Een gevelsteiger wordt gebruikt om op een veilige wijze van de ene beuk naar de andere te kunnen komen. Bij het toepassen van gevelsteigers is gebruikelijk dat direct na het ontkisten van de tunnelbekisting, het prefab gevelelement wordt geplaatst. Tevens is de gevelsteiger te voorzien van een hangsteiger (extra steiger-niveau) voor het verwijderen van de ophangconsoles en het verrichten van werkzaamheden aan de onderliggende prefab gevelelementen. Bij het toepassen van dit type beveiliging is het beton-casco direct na de gietbouw-cyclus wind- en waterdicht.
Het is niet toegestaan om een gevelsteiger voor andere doeleinden, bijvoorbeeld het opslaan van pallets met stempels, zware bekistingsonderdelen, stenen, etc. te gebruiken.
Worden toegepast in combinatie met:
Technische specificaties:
standaard elementlengtes | l= 2400 en 3600 mm. |
standaard elementdiepte | d= 2300 mm. |
maximale hijslengte | l= 14400 mm. |
maximale belasting | maximale gelijkmatig verdeelde belasting van 100 kg/m2 |
Uitgangspunten:
- ophangconsoles maximaal h.o.h. 2400 mm. worden geplaatst.
- de maximale uitkraging van de steigers vanaf de laatste ophangconsole mag nooit meer zijn dan 1/3 van de totale steigerlengte.
- maximale uitkraging van de steiger t.o.v. laatste ophangconsole is l= 3000 mm., mits reactiekrachten in ophangconsole kunnen worden opgenomen door gestorte betonvloer.
- voor het bevestigen van de ophangconsoles voor de steigers moeten ankers worden meegestort in de betonvloer. Een en ander volgens het ankerplan van Klink Bekistingen.